Meestal wordt er in hout onderscheid gemaakt in twee groepen, namelijk loofhout en naaldhout.
Loofhout komt van loofbomen af. Dit wordt ook wel hardhout genoemt, dit komt van het Engelse woord Hardwood vandaan. In tegenstelling tot wat het woord doet vermoeden heeft dit niks met de hardheid van het hout te maken. Er zijn namelijk ook erg zachte soorten loofbomen, zoals wilgen en populieren.
Naaldhout is afkomstig van naaldbomen. De meeste naaldbomen hebben het hele jaar door groene naalden. Gemiddeld genomen is naaldhout zachter dan loofhout. Het meeste gebruikte inheemse houtsoort wat in Nederland wordt gebruikt is Vuren, Grenen of Lariks.
Het is nog best lastig om verschillende houtsoorten uit elkaar te halen. In Europa valt dit nog wel mee, maar waar veel verschillende soorten in een ongerepte bossen staan is het onderscheid maken best lastig. De verschillen de houtsoorten kan je zien door de nerf, gewicht per kg of houtvaten te bestuderen. In de handel wordt nog wel eens met opzet verkeerde namen aan houtsoort gegeven, dit voor de grote commerciele belangen wat het met zich meebrengt.
Eikenhout is een houtsoort wat erg veel gebruikt wordt in de bouw. Dit omdat het een authentieke uitstraling heeft en erg goed met een bovenfrees of met schaafmessen te bewerken zijn. Meestal wordt een eikenhouten constructie verbonden met een pen-gat verbinding. Hier moet men eerst gaten in de draagbalken boren en deze daarna met een spie verbinden.